Mijn huidskleur is als roomblank te beschouwen, op het ‘moeder- op dochter – op dochter – op dochter’ Delfts blauwe bordje bevinden zich dagelijks aardappelen, vlees en groente maar ik kan niet schaatsen. Dit maakt mij een incomplete Hollander en dat doet me pijn. Terwijl zij succesvol zijn ontwikkel ik een enorme haat. Want ik had ook in Sotsji kunnen zijn. Ik zal u vertellen waarom.
Ik ben hetero. Klinkt misschien raar, maar als Sven Kramer geblesseerd raakt en niemand wil hem vervangen heb ik toch een streepje voor op Albert Verlinde. Ik zou me echter niet blind staren op het schaatsen, waarschijnlijk heb ik nog wel kans op een medaille bij het curlen. U weet niet wat curling is? Curling is sjoelen voor mensen met een blindengeleidehond. Één persoon smijt een granieten glijdende baksteen richting een levensgroot rood omcirkeld doel en de rest veegt de boel schoon. Met een bezem. Dat scheelt weer schoonmaakkosten.
Of ik ga me inschrijven bij het bobsleeën. Dit is het enige onderdeel waarbij paralympiërs ook mee kunnen doen. Zelfs Koos Alberts zou kansmaken op het eremetaal bij het bobsleeën. Bobsleeën is namelijk niets meer dan bergafwaarts bankzitten. Wellicht staat de volgende editie van de Olympische spelen ook de nieuwe sport ‘schansbiathlon’ op het programma. Dat is op ski’s een schans af en vervolgens je uiterste best doen om kleiduiven de lucht uit te schieten.
Nee hoor, gekkigheid. Maar vandaag ben ik echt geschrokken. Ijshockey en vrouwen. Dat is toch het moment dat je je afvraagt of de emancipatie niet totaal doorgeslagen is? Wie heeft er ooit bedacht dat het handig is om vrouwen te bewapenen met messen onder hun voeten en een levensgrote stok in hun handen. Dood eng.
Jan Smeekens kwam eerder al 18duizendsten tekort voor goud op de 500 meter. Iedereen vond het weinig. Ik doe daar verdomme een week over. Sindsdien vind ik schaatsen een kansloze sport. Over 4 jaar, zitten Jan Smeekens en ik samen in een 2-mans bob. We gaan van start, nemen een verkeerde afslag en eindigen op 13 minuten van het winnende koppel. We juichen en besluiten dat we gewonnen hebben. We winnen namelijk als Nederlanders opeens te veel, wij als duo doen weer gewoon lekker Nederlands.